De geschiedenis van padel gaat terug naar eind jaren zestig. Enrique Corcuera was erg geïnteresseerd in tennis en besloot in zijn achtertuin (Puerto de Acapulco, Mexico) een baan aan te leggen. Helaas was een tennisbaan te groot. Enrique besloot daarom een aantal aanpassingen te doen. Zo ontstaat de eerste padelbaan.
Enrique Corcuera voegde een muur van 3 meter toe aan de originele muur aan de andere kant van het speelveld, plaatste een net in het midden en twee lage muren aan de zijkanten van het speelveld.
Half jaren zeventig nodigt Enrique zijn goede vriend Alfonso de Hohenlohe uit om naar Mexico te komen. Tijdens zijn verblijf raakt Alfonso geïnteresseerd in het beoefenen van deze aangepaste, nieuwe sport die zijn vriend Enrique samen met zijn vrouw onlangs had bedacht. En zo is Padel op de kaart gezet. Het spel werd destijds gespeeld met houten peddels en heette paddle-tennis.
Padel gaat naar Spanje
Alfonso werd zo enthousiast van deze nieuwe sport dat hij besloot padel te introduceren in Spanje. Bij zijn terugkeer in Spanje, na het bestuderen en het perfectioneren van een aantal baan-details en regels, bouwt Alfonso de eerste twee padelbanen van Spanje in de Marbella Club. Alfonso introduceerde padel vervolgens bij zijn vrienden van de jet-set in Marbella.
De sport bereikt al snel succes en trok de aandacht van leidende figuren in de tenniswereld.
Zuid-Amerika ontdekt padel
In korte tijd werden overal padelbanen gebouwd. Alfonso liet zijn vriend Julio Menditegui kennismaken met padel. Die nam padel mee naar Argentinië, waar de sport nu op de 2de plaats staat. Van Argentinië is padel verspreid naar andere landen, zoals Brazilië, Uruguay, Chili, Paraguay.
Guus Hiddink
De sport is voor het eerst door Guus Hiddink naar Nederland gebracht. Naast het PSV stadion liet hij een baan laten bouwen, die overigens niet aan de afmetingen van een officiële padelbaan voldoet. Hiddink vond het belangrijker dat padel plezier in de groep gaf. En als iemand terugkeerde van een blessure toch actief aan de slag ging, voor hij weer werd ingezet op het veld.
Inmiddels zijn er honderden banen geplaatst in Nederland en komen er elke maand banen bij.
Bron: bijdragen van Juan Carlos De Marco, Oscar Nicastro en Daniel Patti, en memoires, anekdotes en archieven van de FIP